Ik wil aandacht besteden aan een eigenschap van sommige vrouwen met autisme die zo buitennissig is dat ik echt over een hobbel heen moest om er aandacht aan te durven besteden. ‘Comfortabel met je manier van zijn’ is mijn motto, en toch is dat ook voor mij een voortdurend leerproces. Ik merk nog steeds dat ik me voor aspecten van mezelf heb geschaamd en die zover heb weggestopt dat ik me er niet eens meer bewust van was dat die er waren.
Hoewel er uiteraard gemeenschappelijke kenmerken zijn tussen mannen en vrouwen met autisme zijn er bij vrouwen toch een paar kenmerken die eruit springen en die te maken hebben met hun vrouwelijkheid. Hoewel vaak wordt gedacht dat vrouwen met autisme wel erg mannelijk zullen zijn, wordt een groot stuk vrouwelijkheid toch niet overruled door autisme. Dat leidt tot een aantal heel specifieke gedragingen die tot niet zo lang geleden geen belletje deden rinkelen dat een meisje autisme of Asperger zou kunnen hebben.
Veel van deze gedragingen bevinden zich ook echt in de binnenwereld van vrouwen met autisme en komen niet naar buiten als je er niet op doorvraagt. Samantha Craft heeft jarenlange ervaring met vrouwen met ASS en gebruikt een onofficiële checklist op basis van haar eigen ervaring. Bepaalde kenmerken bleken steeds weer terug te komen. Ook hier is uiteraard weer overlap met mannen en jongens met autisme. Maar meisjes blijken zich toch op heel specifieke manieren te bufferen tegen de belasting van het dagelijks leven. Beide geslachten koppelen zich los van overweldigende zintuiglijke ervaringen door zich terug te trekken in dagdromen, innerlijke dialogen of of stimmen. Maar bij meisjes zijn de patronen net anders en niet stereotype autistisch. Sterker, iemand met een gedateerd beeld van autisme zou bij deze mechanismen juist gaan denken dat autisme is uitgesloten. Dat maakt ze extra belangrijk om te kennen.
Autisme en imaginaire vrienden
Imaginaire vrienden komen vaak voor bij autisme, zeker bij Asperger. Het is heel gewoon dat een kind met ASS samenspeelt met een vriendje in zijn/haar hoofd. Het kan een uiting van eenzaamheid zijn. Misschien een manier om gezelschap te ervaren terwijl de sociale ontwikkeling of de interesses van het kind niet aansluiten bij leeftijdsgenoten. Zeker kinderen met ASS kunnen moeilijker aansluiting vinden als ze haast niet in contact komen met jongere kinderen die wel aansluiten bij hun niveau van sociale ontwikkeling of juist ouderen die aansluiten bij hun mentale ontwikkeling. Het kind kan niet gemakkelijk op een natuurlijke manier sociaal groeien omdat het hoofdzakelijk omgaat met kinderen bij wie het sociaal buiten de boot valt. Imaginaire vrienden kunnen daarbij een uitweg zijn. Ze dienen een doel. Ze helpen het kind, net als ‘fixaties’ (rotwoord) en ‘obsessies’ (ik noem ze passies) om blokkades te overwinnen omdat de omstandigheden niet optimaal zijn en iets beter is dan niets.
Vrouwen met ASS gaan een stap verder met imaginaire vrienden
Maar vrouwen fantaseren complete relaties, levens en gezinnen bij elkaar. Ze hebben hun ‘hoofdvriend’ tot in alle details uitgewerkt. Ze maken ruzie en leggen dat ook weer bij. Het uitwerken van een situatie uit het echte leven met hun imaginaire partner haalt de druk van de ketel en kan een verwerkingsproces op gang brengen. Soms is het levensecht visualiseren van een ander leven een manier om in contact te komen met hun diepste drijfveren. Het is niet alleen maar een escaperoute. Het dient een doel. Maar het kan je leven op een ongezonde manier gaan overnemen. Als je volkomen geïsoleerd op een feestje zit terwijl je in je hoofd een topavond beleeft met je imaginaire vriendje ben je toch ergens in doorgeschoten.
De fictieve relaties van vrouwen met ASS lopen vaak achter op hun kalenderleeftijd. Zo kunnen ze nog kalverliefde-vriendjes in hun hoofd hebben terwijl ze al volwassen zijn. Het is ook een manier om om te gaan met het gat in emotionele en seksuele ontwikkeling tussen hen en hun leeftijdsgenoten. Als het niet lukt om een vriend te krijgen omdat je nog niet zover bent dat je een relatie aankunt die past bij de wensen van je neurotypische leeftijdsgenoten, moet het gat ergens mee gevuld worden. Dat is nogal eens een imaginaire vriend. Ik heb er heel wat versleten in de loop der jaren. Ze groeiden mee met mijn ontwikkelingsniveau. Want zo’n imaginaire relatie gaat ook gewoon uit. Je past niet meer bij elkaar.
Het ‘gat’ van de puberteit
Het kan een manier zijn om te snuffelen aan seksualiteit als een echte seksuele relatie nog niet tot de mogelijkheden behoort. Wat doe je als je hormonen beginnen op te spelen en je bent een sociaal ernstig achterlopend muurbloempje dat niemand zit staan en belachelijk wordt gemaakt door jongens van jouw leeftijd? Wegkruipen in een eigen wereld is een manier om om te gaan met de hardheid van de wereld. Waar zo’n meisje zou moeten worden bejegend met geduld, compassie, begrip en zachtheid, wordt ze afgewezen, uitgelachen en genegeerd. Dat laat diepe sporen na. Als er in de buitenwereld niemand tederheid geeft, is er altijd nog iemand in je hoofd die dat doet. De puberteit is de puberteit en het lastige is dat zich fysieke behoeften kenbaar gaan maken waar je sociaal nog niet aan toe bent. Jongens hebben de reputatie, maar onderschat niet wat het met een meisje doet om seksuele verlangens te ervaren waar er geen mogelijkheid is om ze te onderzoeken. Oftewel: je bent gewoon geil en je kunt er geen kant mee op. Je durft niet eens te denken dat er iemand zou zijn die seks met jou zou willen hebben. Vaak zijn ze geestelijk nog niet rijp voor een echte seksuele relatie en dan kunnen die gevoelens nog verwarrender zijn. Helaas leven pubers vaak met het idee dat seks hoort bij mensen die hip, sociaal succesvol, stoer, enzovoort zijn. Als het meisje dat onderaan de pikorde in de klas bungelt er opeens voor uitkomt dat ze seksuele gevoelens heeft, wordt dat niet gewaardeerd.
Dit probleem speelt op zoveel niveaus. Allereerst is er het fysieke probleem: je hebt een seksuele behoefte en kunt er niets mee. Althans niet met een ander. Opgepotte seksuele energie wordt een stoorzender in je hele systeem. Met de kennis van nu weet ik dat veel mijn ‘gedragsproblemen’ van toen daartoe te herleiden moeten zijn geweest. Maar niemand zag het en niemand wilde het zien. Ik zeg het maar gewoon zoals het is: de maatschappij moet weinig hebben van de seksuele behoeften en verlangens van overduidelijk niet-hippe, sociaal achterlopende en weinig vaardige vrouwen met weinig aantrekkingskracht op mannen of jongens. Ik heb gemerkt dat de seksualiteit van mensen die ‘iets hebben’, of dat ze nu ‘anders en daardoor niet aantrekkelijk’ zijn, een psychische diagnose hebben, een geestelijke handicap of een lichamelijke handicap, een ondergeschoven kindje is. Het lijkt wel of de maatschappij massaal denkt dat mensen voor wie een romantische en seksuele relatie niet vanzelfsprekend is, daarom maar seksloos zijn. Het is comfortabel om te denken dat ze dat zijn, maar ze zijn het niet.
Er is de sociale spagaat dat je wel sociale, relationele en seksuele contacten zou willen onderzoeken, maar dat de kloof met je leeftijdsgenoten zo ontzettend groot is dat er geen beginnen aan is. Of er gebeurt niets, of meisjes en vrouwen laten zich meesleuren in een geforceerde en te vroege seksuele relatie met alle gevolgen van dien. Nergens wordt de zowel versnelde als vertraagde rijping die bij ASS hoort, pijnlijker duidelijk dan in de puberteit. Alsof je in die tijd nog niet genoeg voor je kiezen krijgt, krijgen mensen met ASS daar nog het gevoel een eeuwige alien te zijn bovenop. Waar hun leeftijdsgenoten zich in hun onzekerheden nog kunnen optrekken aan tieners die zijn zoals zij, kunnen tieners met ASS weinig tot niets. De puberteit is een raar vacuüm waarin behoeften zich doen gelden die niet altijd vervuld en verkend kunnen worden. Juist in een onzekere periode als de puberteit gaan jongeren zich aan elkaar optrekken. Ze willen niet voor niets aan modes en rages meedoen. Ze zoeken een kleding- of muziekstijl die hen een groepsidentiteit geeft. Maar tieners met ASS en andere loners hebben deze mogelijkheid niet. Ze hebben nergens een échte klik mee. Vaak genoeg worden ze ook buitengesloten omdat het groepje waar ze aansluiting mee zoeken hen niet wil omdat ze te weinig binnen het profiel van dat groepje passen. Zo werkt het nu eenmaal op die leeftijd, het is niet anders. Het komt erop neer dat tieners met ASS geen peer group hebben om hun onzekerheden mee te delen, hun identiteit mee te ontwikkelen en samenzijn te ervaren. Ze moeten de verwarring van de puberteit helemaal alleen opvangen. ASS is niet voor watjes. Misschien dat je later in je leven de vruchten zult plukken van noodgedwongen je eigen weg gaan, maar dat is geen gemakkelijke weg en voor velen eindigt hij in depressie of zelfs verslaving. Als iemand deze moeilijke periode bagatelliseert door te zeggen ‘maar je bent zo lekker jezelf’, dan weet je dat hij niet weet waar hij over praat.
En er is de spirituele behoefte om gekend en geliefd te zijn. Wanneer we opgroeien en de band met onze ouders losmaken en de kindervriendschappen ontgroeien, wordt het tijd voor een andere vorm van relaties. We maken kennis met intimiteit. Het is goed voor onze ontwikkeling en onze groei als mens, maar in geval van ASS gaat die ontwikkeling meestal niet goed. Je mag hopen dat zo’n jongvolwassene met ASS een goede verstandhouding met haar ouders heeft of in ieder geval een platonische vriend(in). Maar vaak genoeg ook niet en dan is geen binding, intimiteit, aanraking en mogelijkheid om sociaal en relationeel te groeien. Als mensen niet in deze diepe behoefte worden gekend, kunnen ze ongelofelijk eenzaam worden, ook als ze van nature eenzelvig zijn. Het knaagt aan je zelfbeeld. Het is een eenzaamheid die zich niet laat oplossen door het gezelschap van andere mensen, want het gaat om zoveel meer dan dat. Het gaat iemand die bij jou wil zijn omdat je bent wie je bent. Als er in zo’n fragiele fase helemaal niemand is die jou ziet in je uniciteit, is het gemakkelijk om te denken dat je niets waard bent als iedereen om je heen in verkering aan elkaar zit vastgeplakt. Het gaat niet alleen om ‘erbij horen’, het is een menselijke behoefte om gekend en gezien te worden. Ik heb vele jaren geworsteld met de eenzaamheid en de pijn van niet gekend worden. Natuurlijk hielden mijn ouders van me. Het is niet dat ik zonder liefde ben opgegroeid. Maar op een gegeven moment moet je je ouders loslaten en een partner in de buitenwereld vinden. En die sprong, op zo’n precair moment, is zo moeilijk met ASS. Ik kan alleen maar zeggen dat het mij tot op heden niet is gelukt. Het gaat er niet om dat je van jezelf kunt houden, het gaat erom dat een legitieme menselijke behoefte die net zo basaal is als eten en drinken, vastgehouden worden en je kunnen ontwikkelen. Door een ander gekend, gezien en gewaardeerd te worden is een eerste levensbehoefte. Zelfs als je erin slaagt om van jezelf te leren houden, zal er een leegte blijven als je dit nooit hebt ervaren. Je kunt jezelf heel veel geven, en zelfs in een situatie van eenzaamheid kun je veel voor jezelf doen, maar je kunt niet álles voor jezelf doen. Er blijft in ieder mens, ook met ASS, ook met een contactprobleem, met eigenschappen die dat allemaal niet gemakkelijker maken, een hunkering naar de ander.
Imaginaire vrienden zijn hulp en valkuil
En die eenzaamheid op zoveel niveaus wordt vaak opgelost met een imagiaire vriend. Het is niet alleen een coping mechanisme. Ik durf te beweren dat mensen met autisme en andere gevoelige mensen door dit soort ‘geconstrueerde fantasieën’ hun hulpbronnen in hun onbewuste aanboren om hun ontwikkeling op gang te houden. Want het is een veilige manier om te proeven van emotionele situaties. Als je imaginaire vriend je bedriegt, dan raakt dat je niet zo hard als wanneer een echte vriend dat zou doen, maar je kunt al wel de bijbehorende emotie ervaren. De imaginaire vriend geeft vaak aan wat voor soort relatie een vrouw met autisme zou willen of aan zou kunnen en dat kan hard botsen met de buitenwereld. Ze stelt andere eisen aan relaties dan neurotypische vrouwen en je eigen wensen zijn natuurlijk altijd oké. Maar als je verwácht dat ze vervuld worden, kun je erg gedesillusioneerd raken, zeker op het vlak van relaties. Vrouwen met Asperger zijn dun gezaaid en de mannen die bij hen passen ook.
Er kan een probleem ontstaan wanneer die imaginaire relaties zo’n grote plaats innemen dat ze door de echte wereld heen gaan lopen. Als je geïsoleerd ergens zit en mensen kijken je raar aan omdat je een gek gezicht trekt omdat je in je hoofd een ruzie met je imaginaire vriend aan het uitwerken bent, vervreemdt en vereenzaamt het. En als je een extra bordje neerzet terwijl je in je eentje gaat eten, heeft het toch iets te veel grip op je. En vrouwen met ASS praten hier niet gemakkelijk over, juist omdat ze wéten dat het vreemd is. Dit in tegenstelling tot veel mannen met ASS. Vrouwen met ASS hebben wat meer spiegelvermogen en zijn zich bewust van hun vreemde trekjes, wat kan leiden tot een intensief en vervreemdend dubbelleven, omdat je veel energie kwijt bent met het verbergen van je eigen ik. Vaak ook juist omdat je eenzaam en vervreemd bent. Zo sociaal onbeholpen als ze zijn, ze weten soms precies waar ze wel en niet over moeten praten.
Het is een veel voorkomend fenomeen waarvan ik geen duidelijke mening heb of het ongewenst is. Het heeft een reden waarom het gebeurt, het heeft een nut, het kan uit de hand lopen en soms verzacht het gewoon de pijn. Misschien moeten we er ook niet zo zwart/wit mee omgaan. Het is gegeven en ik denk dat het het beste is om het in goede banen te leiden. Dat kan lastig zijn met een ongelukkige tienerdochter die zwijgt als het graf over de inhoud van haar hoofd. Maar als ze met haar verstand op nul op een feestje in een hoekje zit of zich tijdens een uitje maar niet met het gezelschap kan verbinden, zou ik me weinig illusies maken over waar ze zit in haar hoofd. Met de jaren merk ik dat het optrekken aan imaginaire relaties steeds minder wordt en ik meer en meer echt in het gezelschap kan zijn. Misschien wordt de imaginaire relatie zelfs wel een keer echt relatie, wie weet! (Hahahaha).
Iemand met een imaginaire vriend (M/V) is niet gek. Hij of zij heeft geen waandenkbeelden. Ze weten dat het niet echt is, maar worden er desondanks mee geconfronteerd. Ze hebben te maken met een reëel sociaal, relationeel en spiritueel probleem. Je kiest hier niet voor en je kunt er ook niet mee stoppen. Het is een heel eigen dynamiek in het hoofd van mensen met ASS en heeft zijn eigen, soms onbekende redenen. Openheid over het onderwerp, acceptatie, liefdevolle feedback als het uit de hand loopt en tolerantie voor het feit dat iemands hoofd gewoon aparte dingen doet zijn cruciaal.
Heel herkenbaar. Ook jouw situatie (ik heb dezelfde leeftijd, ben een nerd, en met de jongens is het nooit gelukt). We verschillen wel in dat ik weinig heb met ‘zweverige dingen’: als puber wel maar later op uitgekeken.
Ik heb verschillende imaginaire vrienden en vooral imaginaire relaties gehad. Heb perioden in mijn leven gehad dat ik meerdere dagen achter elkaar geen echte mensen zag en alleen maar aan het fantaseren was. Ik was daar best gelukkig mee, het enige vervelende eraan was eigenlijk het besef dat mijn leven zo natuurlijk niet vooruit kwam (geen school, geen werk, geen toekomst).
Een van de aspecten die daar echt niet gezond aan zijn is dat als ik in mijn hoofd ruzie maak ik uiteindelijk altijd gelijk heb en hij zijn excuses aan moet bieden (in het echte leven heb je natuurlijk ook vaak zelf ongelijk). En qua financiën en uiterlijk e.d. zijn die fantasie-personen ook niet het soort mannen die ik in de realiteit zou kunnen versieren.
Die fictieve relaties gaat dan inderdaad na een paar jaar ook weer uit. Sommige van die personages komen jaar in jaar uit terug en op andere ben ik na een paar weken al uitgekeken.
Ik verzin relaties van meerdere jaren maar focus me met elk personage op een handvol belangrijke scènes, beetje zoals de scènes in een film in 2 uur een complete relatie samenvatten. Die scènes speel ik af in mijn hoofd, en de details verander ik voortdurend waarbij ik verzin wat dat voor effect heeft op de rest van die relatie.
Dat zijn voor mij ook personen in de zin van dat ik bijv los daarvan sexuele fantasieën heb, op dezelfde manier als dat je normaal gesproken een partner hebt waar je regelmatig sex mee hebt, maar ook fantasieën hebt die je nooit met die partner bespreekt.
Ik haal mijn personages meestal uit fictie. Boeken en films leggen de basis, en daarmee creëer ik dan mijn eigen fanfiction (waarin ik meestal de MarySue ben: het perfecte personage en author-surrogate waar iedereen mee bevriend wil zijn).
Ik begin weleens spontaan te fantaseren over bijv collega’s maar dan probeer ik snel aan wat anders te denken: want het is erg ongemakkelijk om een werkoverleg te voeren als ik fantaseer dat wij verliefd op elkaar zijn.
Ook probeer ik om tijdens feestjes of vergaderingen niet teveel te fantaseren: ik probeer op mijn onbeholpen manier wat echte contacten te leggen. Ik ben mijn eigen persoonlijke algoritme-om-een-gesprek-gaande-te-houden aan het opbouwen door te kijken wat voor feedback ik op mijn gedrag krijg (blijft hij of zij met me staan praten of gaan ze er juist pijlsnel vandoor). En dan moet je natuurlijk niet de hele tijd wegdromen als het moeilijk wordt.
Ik wil best graag een relatie, en dat is waarschijnlijk het handigste met een andere autist, maar ik ben nog niemand tegengekomen die autistisch op het juiste niveau zit (net zo is als ik bedoel ik daarmee: die een beetje raar is maar wel in staat is om te praten en te werken e.d.), en met wie er dan ook nog een wederzijdse klik zou moeten zijn voor wat betreft ‘met jou zou ik eventueel ooit sex willen hebben’.
Aan gewone vriendschappen heb ik nauwelijks behoefte: ik weet dat het zou kunnen helpen om mijn sociale vaardigheden te trainen, en ook op ander vlakken steun kan bieden, maar het voelt als heel veel moeite moeten doen voor iets wat me eigenlijk totaal niet boeit.
Dit komt wel even binnen.
Bedankt dat je dit deelt.
Mijn pubertijd was echt niet leuk en daar heb ik idd nog last van.
Imaginaire vrienden had ik niet, maar ik leefde me wel heel erg in in boeken. Van (kinder) literatuur tot bouquet reeks. Denk dat dat wel hetzelfde idee is.
Er is trouwens een asperger forum op http://www.aspergersyndroom.nl
hoi merel
prachtig stuk, ik denk overigens dat er zat alleen gaande ass mannen zijn. Maar hoe vind je die?
Zelf ben ik zo’n eenzame hsp ass man (50j). Die nergens heen wil, zoveel mogelijk prikkels vermijd. En nog grote moeite heeft om niet voor 20.00 in slaap te vallen.
Gewoon blijven dromen.
arie
Dank Merel, voor dit artikel ❤️
Ik herken me er erg in – zo was ik ook. Op dit moment heb ik een heel fijne intense relatie. Ik wens je voor 2019 alle liefde die je kunt handelen.
hlo Merel.
Hoezo ben jij een ervarings deskundige ?
mensen met autisme zijn wellicht hoog gevoelig.
Ik werk bij een sociale werkplaats en het is opvallend hoeveel hoog gevoelige mensen hier werken.
Zij hebben ene compleet ander beeld v/d wereld, een beeld
waar de gewone mensheid nog niet aan toe is.
Maar waar we met zijn allen steeds meer naartoe gaan.
Ik vraga me weleens af of te vroeg geboorte hier iets mee te maken heeft.
Ja, zo is het. Ik ben er ook zo een, met een nieuw wereldbeeld op het netvlies. Ik ben niet te vroeg geboren, mijn hsp zoon zelfs 10 dagen later dan verwacht.
Mijns inziens is autisme & hsp net als blauwe ogen, adhd, bepaalde talenten en je neus erfelijk bepaald.
Mijn broer en ik zijn iets te laat geboren, mijn zoon en dochter te vroeg. Dochter heeft geen ASS, maar is wel hsp net als de rest naast ass, hsp is. De rest van de familie heeft geen officiële diagnose, dus laat ik er maar buiten.
Dank je Merel, heel herkenbaar!
Dit vond ook grotendeels herkenbaar. Dankje voor de goede uitleg.
In zekere zin heb ik ook altijd ‘imaginaire’ relaties gehad: de persoon bestond wel, maar was niet in mij geinteresseerd of anderszins niet bereikbaar (een leraar of zo). Het contact was dus minimaal, maar bij elk contact kreeg ik een soort high en kon dan weer verder met fantaseren.
Echte relaties met dagelijks contact zijn gewoon te intens. Bij de enige ‘soort van’ relatie die ik heb gehad, zag ik hem een keer per week een paar uur. Dat was genoeg voor mij, voor hem uiteindelijk niet.
Eigenlijk weet ik ook niet of ik nog wel een relatie wil; net als jij ben ik in de puberteit zo door mannelijke leeftijdgenoten getreiterd dat ik nog steeds woedend kan worden op alle mannen.
Ben benieuwd naar wat je nog meer over dit onderwerp te vertellen hebt!
Dank je Willemijn voor je openheid. Ik ben in de puberteit ook ontzettend getreiterd door de jongens in mijn klas. Als je zo wordt gepakt op de leeftijd waarop je elkaar zou moeten ontdekken, geeft dat een enorme knauw in je manbeeld en je vertrouwen in mannen. Het speelt me nog steeds parten.
Dankjewel voor het opschrijven! Heel verhelderend.
Een imaginaire vriend kan berusten op fantasie, maar het kan ook een echte entiteit zijn, die kan worden waargenomen door iemand met een goede intuïtie/paranormale gaven. Dan is het dus geen verbeelding. Helaas ontkent de westerse psychiatrie dit fenomeen.
Wat enorm herkenbaar. Ik wist niet dat andere mensen dit ook deden. Ik heb altijd gedacht dat ik gewoon vreemd was. Ik heb zoveel liefde en leed gedeeld in mijn eigen gemaakte wereld. Het maakte niet uit hoe gemeen de echte wereld in ‘mijn wereld’ stonden vrienden voor mij klaar. Een knuffel na een huilbui, een dansje op een leuk liedje of een diepgaand gesprek. Mede hierdoor heb ik grote stappen in mijn ontwikkeling kunnen maken. Ik ben blij dat ik op dit artikel ben gestuit. Dankjewel voor het delen.