De kracht van woede en de drie valkuilen die je ervan afhouden

Woede heeft geen beste naam. Zeker niet onder fijngevoelige mensen. ‘Woede is negatief en zorgt voor pijn en conflict. Je moet hem daarom loslaten.’ Maar we doen onszelf daarmee tekort. In agressie schuilt een enorm potentieel. De kunst is juist om ermee in contact te komen, en hem te transformeren tot zijn pure vorm: kracht. Hoe? Stap één: herken de valkuilen die woede op een zijspoor zetten.

Op dit moment, en misschien altijd wel, wordt mijn eigen woede vooral getriggerd als ik vast lijk te lopen in de structuur en routine van ons gezinsleven. Ik voel me beknot dan, waarna een enorme drang naar vrijheid omhoogkomt, die ik, als het moet, zal bevechten. Het zit hem niet in hetgeen mijn man doet, zegt of wil, het speelt zich af op subtielere niveaus van onze dynamiek. En vanochtend was hij daar, opeens: die woede. Dus ik kon mezelf eens goed bestuderen, in die energie, en wat er dan gebeurt.

Mannen- en vrouwenwoede

Allereerst: er is een verschil tussen manlijke en vrouwelijke woede. Mannen ontladen sneller, gooien de energie eruit, en dan is hun lucht geklaard. Vrouwen onderdrukken meer, en de energie van destructie gaat ‘ondergronds’. Ze richten de boosheid op zichzelf. Zichtbaar wordt hij in de vorm van irritatie, frustratie, verwijten, klagen, vermoeidheid, depressie of lichamelijke klachten. Kort gezegd: de munt van woede valt voor vrouwen vaker op de kant van implosie, machteloosheid en slachtofferschap, terwijl hij bij mannen eerder op de andere zijde belandt; die van explosie, macht en daderschap.

De kracht van de krijger

Toen ik mijn boosheid meer probeerde te maskeren dan tegenwoordig, kwam hij er vooral uit in de vorm van irritatie en ‘broeien’: boos zijn, maar niks uitspreken. Helaas was hij voor mijn omgeving net zo voelbaar als een knuppel. Inmiddels ben ik wat verder gevorderd op het pad van de wijsheid, maar toch: naar dé oplossing voor boosheid zoek ik nog altijd.

Stap één is in ieder geval: contact maken. Afdalen in mijn lichaam en de energie opzoeken, de ruimte geven. Zodra ik hem toelaat, komt mijn hele energiesysteem in beweging; het begint te stromen. Mijn bekken komt tot leven, waardoor mijn gevoel van bodem en veiligheid toenemen. Ik kan beter grenzen aangeven. Hij leidt bovendien tot helderheid en inzicht.

Als ik in contact ben met mijn woede (losgekoppeld van het ‘verhaal’ en de oordelen) dan ervaar ik de kracht van de krijger, die ervoor zorgt dat ik goed voor mezelf zorg, in actie kom als dat nodig is, en die recht door alle onzin heen snijdt (die van mezelf én van mijn man).

Dat contact maken is echter een hele uitdaging. Vooral voor hooggevoelige of spiritueel georiënteerde mensen. Dus voordat je daar bent, tref je een aantal valkuilen op je weg.

De valkuil van het hart

De grootste valkuil voor fijngevoelige mensen is hun goed ontwikkelde hart. In geval van conflict of onvrede begint dat gewoon wat harder te werken. We tonen meer begrip, tappen wat dieper in op de liefde, we accepteren wat er is, en de boosheid ebt weg. En dat is jammer. Want boosheid die bewust wordt ervaren brengt een ander soort energie het veld in. Hij valt het best te omschrijven als ‘levend’, ‘vol’ en ‘vruchtbaar’.

De valkuil van de overtuiging

De tweede valkuil voor veel vrouwen (en fijngevoelige mannen) is dat ze hun agressie niet kunnen voelen, waardoor ze ervan overtuigd raken dat ze hem niet hebben. Logisch: we zijn nooit positief gespiegeld op dat vlak, boosheid wordt consequent afgewezen, hij is ongewenst.

Uit ervaring weet ik dat je energieveld, in het begin van dit proces, de woede nog niet lang kan ‘bevatten’. Vroeger brak ik, in plaats van boos te worden, razendsnel in tranen uit. Natuurlijk dacht ik dan dat ik verdrietig was, over wat me werd aangedaan (en uiteraard is dat verdriet er ook), maar het inzicht dat gaandeweg ontstond is dat tranen vaak ook een afweermechanisme zijn. Mijn energieveld was gewoonweg te krap om de boosheid te laten stromen. Huilen haalde de druk van de ketel.

De valkuil van de angst

De laatste valkuil is die van angst. Gevoelige mensen zijn vaak bang voor woede, omdat hij zo hard kan binnenkomen. Maar het gaat dieper dan dat; bij hooggevoelige, spiritueel getalenteerde mensen zijn de bovenste chakra’s (vanaf het hart omhoog) over het algemeen sterker ontwikkeld dan de onderste.

‘Veiligheid’, ‘bestaansrecht’ en ‘agressie’ (die alle thuishoren in de eerste twee chakra’s) zijn de thema’s waar ze mee worstelen. Die thema’s zijn bovendien direct te herleiden tot het geweld dat ze in de vroegste fase van hun ontwikkeling hebben meegemaakt. (Hoe dat werkt is een artikel op zich, dus daarover later meer.) Woede en angst zijn in hun systeem onlosmakelijk met elkaar verbonden, waarbij de eerste onder de tweede ligt.

 In deel 2 lees je welke stappen je kunt zetten om in contact te komen met je boosheid, zodat hij voor je gaat werken, in plaats van tegen je.

Picture of Hermelijn van der Meijden

Hermelijn van der Meijden

Hermelijn van der Meijden is schrijver van Negen Geheimen van de Vrouw, een zeer persoonlijk, eerlijk en soms hilarisch boek over haar zoektocht naar liefde, seks en intimiteit (ook boeiend voor mannen). Eerder schreef ze De Droomvrouw en Mijn vader lijkt op Barbapapa, waarin, net als in Negen Geheimen, de energetische wereld centraal staat. Hermelijn is afgestemd op zowel persoonlijke als de kosmische energie en ze vertaalt haar eigen, energetische downloads naar online activaties die diep doorwerken in je hart, ziel en bewustzijn.
5-hoek

Overige artikelen

Hoogbegaafd en hooggevoelig? Doe de test en in 10 minuten weet je het
Natuurlijker leven na burn-out met de GOLF-filosofie
De kracht van woede in zeven stappen
15 mythes over hoogsensitiviteit
Is verandering van ons huidige “voedingspatroon” noodzakelijk?
De kracht van Hier – Je ziel als ware thuis
Het helen van de innerlijke wond als weg naar meesterschap
Hoogbegaafde kinderen: Een tien voor verwondering en respect
Waarom zijn er juist nu zoveel hsp-ers op aarde?
Onverwerkt trauma als oorzaak van angsten
Zelfdoding vanuit zielsperspectief
Je thuis voelen in de onveiligheid van transformatie