Het is voor een jong kind allesbehalve gemakkelijk om te begrijpen dat sommige dingen nu eenmaal moeten (volgens hun ouders althans). Dagelijkse dingen zoals aankleden, tanden poetsen, naar het toilet gaan, haren wassen, … kunnen dan een strijd worden. Je krijgt geen medewerking.
Wat kan jij als ouder hier nu aan doen?
Geef tijd, wanneer het kan
Stel je voor. Je bent net met een online betaling bezig. Dat zit al een hele dag in je hoofd dat je dat nog moest doen, en ja, nu eindelijk, vijf minuten tijd om dat even in orde te brengen. Net als je bezig bent met dat bakje waar je die cijfertjes moet intikken, roept je partner “Schat, het eten is klaar, kom je aan tafel?” Je antwoordt “Ja, zo meteen, nog even, ben bijna klaar!” Je probeert je weer te focussen op de cijfertjes, maar je moet opnieuw beginnen, want waar was je ook alweer gebleven? Je partner roept opnieuw: “Schat, eten, het wordt koud!” Daar gaat je opnieuw gevonden focus alweer. Je verliest je geduld… potverdorie, kan hij nu eens geen vijf minuten wachten?! “Ik zei toch al dat ik zo kom, stop met mij te roepen!!!” Waarop je partner boos reageert: “Het is ook altijd hetzelfde met jou, je komt NOOIT als ik je roep!”
Hmmm… je partner zal dat hopelijk nooit zo tegen jou zeggen, maar jij misschien wel tegen je kind? Vervang nu jezelf door je kind, en de online betaling door een spel. Het scenario ‘aan tafel komen’ kan je vervangen door van alles waarvan jij vindt dat het moet op dat ogenblik. Hoe vaak maakt je kind dit soort scenario’s mee? Hoe had je gewenst, dat je partner jou had behandeld? Behandel jij je kind, zoals je zelf behandeld zou willen worden?
Als je je kind geen vijf minuten tijd kan geven om een spel af te ronden, dan is er misschien een structureel probleem, dat wacht op een oplossing. Door tijd te geven aan je kind, wanneer dat kan, creëer je medewerking.
Geef keuze, wanneer het kan
Maak jij je haren nat, of ik? De blauwe broek, of de groene?
Vele ouders kennen deze tactiek al, en weten dat je, door keuzes te geven aan je kind, je meer medewerking krijgt. Maar wat zijn nu de valkuilen? Of hoe komt het vaak dat dit toch niet werkt?
- je kind is al ‘te ver heen’ in zijn of haar emotie, en kan niet meer rationeel beslissen
- je geeft te veel keuzes
- je geeft te vaak keuzes
- je kind heeft geen zicht op de gevolgen van zijn of haar keuze
Kinderen kiezen doorgaans met hun gevoel. Volwassenen ook, maar wij hebben geleerd om naast dat gevoel een hoop rationele zin (en onzin) naast te plaatsen. Je kind heeft dit nog niet geleerd, dus het is inderdaad aan jou als ouder om uit te leggen dat je lievelingsshort aandoen als het sneeuwt, niet zo een goed idee is. Maal 1000, want emotie wint altijd van rationeel denken. Als je kind er klaar voor is, kan je ervoor kiezen om je kind de logische gevolgen te laten dragen van een bepaalde keuze (want dat gevolg brengt weer emotie met zich mee). Dat is heel leerzaam, en zal je kind helpen om ‘goed’ te leren kiezen.
Geef grenzen zonder schuldgevoel
Wanneer je je kind een grens wil geven, hoe past dat dan in je hoofd en in je hart? Is het van “Oké, ik snap het echt wel, je wil graag op je gemakje kijken welke schoenen het beste bij je jurk passen, maar we moeten nu echt gaan, anders zijn we te laat op school!” (en niets meer dan dat)? Of is het van “Dat rotwerk van mij ook, altijd dat haasten iedere dag, ik ben het zo beu, ik kan mijn dochter niet eens twee minuten tijd geven om haar schoenen uit te kiezen… wat een slechte moeder ben ik toch… zo meteen zijn we alweer te laat, en heb ik weer gefaald!” Krijg je wel medewerking van jezelf, of werk je jezelf tegen?
Geef je kind gerust liefdevol een grens… en let eens op ‘echo’s in je hoofd’. Hoe meer echo’s, hoe minder efficiënt het aangeven van de grens zal verlopen. Grenzen geven veiligheid, er iets niets mis met liefdevol grenzen geven om de juiste redenen.
Geef je ego eens af
Jij bent de ouder, dus jij bent de baas, toch? Jij weet het het beste? Misschien ja, maar misschien ook niet. Geef je kind eens het laatste woord. Laat je kind eens beslissen welk spel er gespeeld wordt. Zonder dat je gaat sturen. Laat je kind eens kiezen, wat, waar, wanneer er gegeten wordt. Draai de rollen eens om, en laat je kind eens ‘de baas zijn’.
Kinderen moeten al zoveel in deze tijd… verlos ze af en toe eens van al dat moeten, het gehoorzamen, en al die verwachtingen. Minder moeten, creëert meer medewerking wanneer het moeten dan toch eens nodig is.
En nu?
Wat ga jij doen, met dit artikel? Wegklikken en vergeten? Of toepassen? Wat is dat ene dingetje dat je aansprak, dat ene dingetje waarvan je dacht “Goh, ja, eigenlijk…” Schrijf het hieronder neer, en ga ermee aan de slag!
Succes!