Dr. Thomas Gordon was psycholoog en leefde van 1918 tot 2002. Meer dan 50 jaar leerde hij ouders, docenten en leiders zijn methode voor effectief communiceren. Zijn aanpak was gebaseerd op zijn overtuiging dat gebruik van macht binnen relaties schadelijk is. In 1970 komt in Amerika zijn boek Parent Effectiveness Training (P.E.T.) uit, dat in 33 talen is vertaald. Meer dan 5.000.000 exemplaren gingen wereldwijd al over de toonbank. In het Nederlands heet het: Luisteren naar kinderen.
Aan de oudercursussen die door Gordon zijn ontwikkeld, hebben wereldwijd miljoenen mensen meegedaan. Aan de cursussen speciaal voor docenten wereldwijd honderdduizenden mensen.
*******************************
Van wie is het probleem?
Het is belangrijk om vast te stellen wie de eigenaar van het probleem is binnen de communicatie, zegt Thomas Gordon. Het is een hulpmiddel om te weten welke vaardigheid je in kunt zetten om elkaar beter te begrijpen
Het gedragsraam
Toen Thomas Gordon, de Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog, zich begon te verdiepen in wat hij noemde de verstoorde ouder-kind relatie, zocht hij naar een kapstok waaraan hij zijn zienswijze kon ophangen. Op een dag keek hij door de deur naar het plein waar gebasketbald werd. De deur had twee ramen met daartussen een dwarsbalk. Toen hij door het bovenste deel keek, zag hij hoe prachtig er gescoord werd, hoe er werd samengespeeld en welke technieken er werden ingezet. Hij genoot. Even later rolde bal op zijn pas ingezaaide perk. Dat zag hij doordat het zichtbaar werd door het onderste raam. Hij baalde en voelde zijn boosheid opkomen. ‘Hé’ dacht hij, als ik door het bovenste raam kijk dat accepteer ik het gedrag en als ik door het onderste raam kijk dat keur ik gedrag af. Die dwarsbalk is de scheidslijn. Hij noemde die lijn de acceptatielijn. Het gedragsraam was geboren!
Twee velden worden er drie
Het bovenste deel noemde hij het ‘geen probleem gebied ‘in de relatie. Alle partijen hebben het goed. In dat gebied kan een kind zich optimaal ontplooien. Het is een belangrijk stuk voor een kind.
Het onderste deel noemde hij het gebied waar ‘ik een probleem heb’. Immers, ik wil iets niet,aan mijn behoeften wordt niet toegekomen, ik heb er last van. Dat is, zo zei hij, het eigenaarschap; ik ben de eigenaar van het probleem!
Bovenin het groene stuk zette hij de woorden ’Probleem van het kind’. Heel bewust leerde hij ouders en professionals dat je de probleem van kinderen serieus moet nemen, zonder dat je het tot een probleem voor jezelf maakt. Het is van hun! Laat het daar dan ook!
Hebben kinderen problemen?
Jazeker! Kinderen worstelen met het opgroeien en komen dingen tegen in hun leven die ze in verwarring brengen, krenken, kortom: ze ervaren problemen in hun emoties. Die gevoelens zijn van hen, dus het eigenaarschap ligt ook bij hen!
Hoe laten kinderen zien dat ze problemen ervaren?
Kinderen communiceren door middel van het geven van signalen. Huilen, boos zijn, woede aanvallen, in een hoekje kruipen, slaan, schoppen, stil worden of juist heel druk, stotteren en ga zo maar door zijn gedragingen die vaak onder onze acceptatielijn vallen. Gordon plaatst ze in eerste instantie boven in het Gedragsraam! Gedrag= communicatie! Maar zelden dat jonge kinderen kunnen aangeven wat hen dwars zit. En als ze het al weten kunnen ze vaak niet de juiste woorden vinden om het kenbaar te maken. Soms wel, maar dan zeggen kinderen dingen als: ‘ik wil niet naar dat feestje. Ik ga niet meer met Lotte spelen, ik vind juf niet lief’. Daar ligt vaak een wereld onder. Het is slechts een manier om een onderliggend probleem aan de orde te stellen.
Als je weet waar je bent kun je de juiste vaardigheid inzetten.
We kunnen onszelf eigenlijk 4 vragen stellen:
- -Wat gebeurt er?
- -Wat vind ik daarvan? ( is het onder of boven mijn acceptatielijn)
- -Wie is de eigenaar van het probleem?
- -Welke vaardigheid ga ik inzetten?
Een voorbeeld:
Martin komt uit school, gooit zijn tas in de hoek, stampvoet de trap op en even later gaat zijn slaapkamerdeur hard dicht. Waar bevinden we ons in het Gedragsraam?
Martin laat met gedrag zien dat hij boos is en daaronder zullen nog een scala aan emoties zitten. We bevinden ons bovenin het Gedragsraam. Wat zetten we in? Luisteren. Het is zijn emotie, zijn mogelijke frustratie. We hoeven er alleen maar te zijn, hem aan te horen en te bemoedigen om zijn verhaal te vertellen.
Nog een voorbeeld:
Sanne wilde perse haar poppenwagentje mee toen ze voorstelde om naar de speeltuin te gaan. Na het spelen, als je terug wilt lopen weigert ze haar poppenwagen mee te nemen. ‘Moet jij doen’, zegt ze dan. Waar bevinden we ons in het Gedragsraam?
We bevinden ons in het gebied waar IK een probleem heb met het gedrag van Sanne. Haar gedrag zit onder mijn acceptatielijn! Wat ik als vaardigheid ga inzetten is confronteren.
Problemen laten bij wie ze horen!
Thomas Gordon zag in de zestiger jaren dat ouders en professionals de gebieden door elkaar haalden. Dat wat van het kind was, maakten ze tot hun eigen probleem: ‘hou eens op met dat gejank’, en ‘waarom doe jij dat nou weer’? Toen hij ze kon leren wie de eigenaar was, veranderde de communicatie en daardoor de relatie.
Het dáár laten van een probleem geeft rust. Een kind, een ander, is in staat om te leren om te gaan met de moeiten van het leven als het daarvoor de kans krijgt. Een kind is geen verlengstuk van jou! Je kunt bij emoties van kinderen en anderen jezelf coachen door telkens tegen jezelf te zeggen: deze emotie is niet van mij, hij is van jou. Vervolgens ben je aanwezig met je volle aandacht, zet je je hart open. Dan pas kan een kind of de ander leren zelf de dingen te hanteren!
Wij willen onze kinderen gelukkig zien, het liefst 24 uur, 7 dagen per week. Maar eigenlijk weten we zelf wel dat het leven zo niet in elkaar zit. Door de stenen op hun pad telkens weg te halen, ontnemen we hun levenslessen. Als ze mogen struikelen en weer opstaan, geven we hen de mogelijkheid om te leren.
Als het probleem echter bij jou ligt omdat gedrag over jouw grenzen gaat bijvoorbeeld kun je in Ik taal aangeven wat je stoort, welke gevoel het bij jou oproept en welke gevolgen het ( vaak) voor jou heeft. Je houdt het bij jezelf, spreekt geen beschuldiging uit en geeft inzicht in jouw behoeften!
In het geval van Martin kun je actief luisterend zeggen: ‘Het lijkt erop dat er iets gebeurd is op school wat heel frustrerend is voor jou’.
In het voorbeeld van Sanne kun je dan zeggen: ‘ Ik ga je poppenwagen niet dragen, want de afspraak was dat je hem zelf ging meenemen. Ik vind het niet fijn dat je je niet aan de afspraak houdt’
Het vraagt oefening om te weten waar je zit in het gedragsraam. Maar zoals altijd: oefening baart kunst en in dit geval een respectvolle relatie. Respect voor je kind, maar ook respect voor jezelf, voor jou behoeften. Daar mogen kinderen rekening mee leren houden!
Bronnen en referenties
• Luisteren naar kinderen-Thomas Gordon
• Problemen laten bij wie ze horen- Lundberg
lees ook het artikel Luisteren naar kinderen, door Thomas Gordon
Mooi en duidelijk uitgelegd! Niets aan toe te voegen.
Ben het helemaal mee eens. 🙂 bedankt hiervoor, zal velen helpen weer naar elkaar toe te kunnen groeien door liefdevolle communicatie.
liefs, Henriëtte <3 xxx
Dank je wel … het staat als een ervaring zoals ik die heb meegemaakt. De stap tot dit inzicht heb ik van binnen gemaakt, al even geleden, maar altijd aanwezig geweest als passende waarheid.