“Mag ik je iets vragen?”. En ook: “Mag ik er even langs?” en “Mag ik je onderbreken?”. Formuleer jij je verzoeken op deze manier, omdat je ooit geleerd hebt dat dit respectvol is? Of leer je je kinderen dat het beleefd is om te vragen of ze wat te drinken mogen pakken en verwacht je de vraag: “Mag ik van tafel?” als jullie klaar zijn met eten? Het op deze manier formuleren van je verzoeken is een eenvoudige manier om uit verbinding te gaan met jezelf én met de ander en vormt een directe basis voor ongelijkwaardigheid, durf ik te stellen. Voor mij een belangrijke reden om mijn verzoeken voortaan op een andere manier te formuleren en dat mijn kinderen voor te leven.
Mogen of eisen?
Door in een verzoek een ‘mag ik’ te gebruiken, plaats ik mijzelf onder de ander. Ik geef de ander macht wanneer ik om goedkeuring vraag en haal mezelf daarmee uit mijn kracht. Het omgekeerde alternatief is mezelf boven de ander plaatsen, door een eis te formuleren: “Stil zijn nu!” of “Je moet eens even goed naar me luisteren!”. Wanneer iemand op deze manier communiceert, voel ik naast irritatie vaak ook boosheid opkomen. Het is de pijnlijke herinnering aan de momenten van machteloosheid, waarbij een ander boven mij stond, voor mij ging bepalen, al dan niet op basis van een positie met (vermeende) autoriteit. Het zijn de stemmen van een ouder, leerkracht, sportcoach of klasgenoot waaraan mijn innerlijke kind geen prettige herinnering heeft. Het zijn de momenten dat ik me klein voelde, terwijl ik behoefte had aan autonomie. Het refereert direct aan mijn ideeën over onrechtvaardigheid omdat ik geen genoegen wilde nemen met ‘omdat het zo hoort’ of ‘omdat ik het zeg’.
Gelijkwaardigheid en verbinding
Zowel het mogen als het eisen in de communicatie, geeft geen uiting aan mijn behoefte aan gelijkwaardigheid in het contact met de ander. Voor mij is gelijkwaardigheid daarnaast een belangrijke waarde om in verbinding te kunnen blijven met elkaar. Deze verbinding ís er hoe dan ook, maar hoe ik de verbinding beleef, komt sterk terug in de wijze waarop ik met mijn medemens communiceer. Wanneer ik van hart tot hart wil communiceren, geef ik de voorkeur aan een taal die dat ondersteunt: geweldloze communicatie. Geweldloze communicatie of nonviolent communication, wordt dan ook wel verbindende communicatie genoemd.
Emotionele volwassenheid
Gelijkwaardigheid betekent voor mij dat ik mijn kracht niet weggeef aan de ander. Ik erken dat de ander net zo’n wezenlijke rol speelt in dit universum als ik dat zelf doe. Gelijkwaardigheid in de communicatie geeft voor mij uiting van de essentie van de ander zien, jezelf herkennen in die ander. In een contact met van twee kanten emotionele volwassenheid, is die gelijkwaardigheid een kenmerk.
Maar dan?
Natuurlijk zijn er ook bij mij in huis die pijnlijke momenten, dat mijn kinderen mij spiegelen, mijn vermoeidheid tot in iedere vezel van mijn lijf voelbaar is, ik me machteloos voel en me te laat realiseer dat ik de verbinding met mezelf kwijt was: mijn grenzen niet voldoende bewaakt heb en meer heb gegeven dan ik te geven had. Het maakt me verdrietig als ik mezelf hoor praten vanuit ongelijkwaardigheid naar mijn kinderen of naar geliefden in mijn omgeving: de verbinding tussen ons is dan weg. Gelukkig is de basis van liefde er wél en verzucht mijn zoon: “Ook al zijn we boos nu mama, we houden nog steeds van elkaar.” Dat zijn de momentjes dat ik de liefde tussen ons zo duidelijk kan voelen stromen en van daaruit wordt de verbinding hersteld. Vanuit empathie naar elkaar en naar mezelf kan het contact opgepakt worden.
Programmering
Het is voor mij wonderlijk om de onvoorwaardelijke liefde die ik voor een ander kan voelen tot zijn recht te laten komen in mijn dagelijkse communicatie: voor mij is dat een grote oefening. Het eisen, waarmee ik mij boven de ander plaats, de kracht van een ander weg wil nemen, ook dat past daar niet bij. Het was een manier om mijn behoefte aan veiligheid te vervullen, een strategie die niet langer passend is voor wie vanuit liefde wil leven. Een stukje programmering, de voorbeelden die ik veel gezien heb, die overgegeven zijn aan elkaar, maar ook bewust veranderd kunnen worden.
Hoe dan wel?
Hoe formuleer ik mijn verzoek dan op een manier die wél tot verbinding leidt? In de eerste plaats, verbind ik met mezelf, zodat ik duidelijkheid krijg welke behoeften van mij een rol spelen. Daarmee creëer ik ruimte voor mijzelf én diegene aan wie ik een verzoek formuleer: een nee is okay! Ik ben me er immers zelf bewust van dat er meerdere manieren zijn om mijn behoefte te vervullen, waardoor de kans groter is dat er ook geen eis gehoord wordt, zelfs als ik mijn verzoek zo goed bedoeld geweldloos communiceer. Vervolgens bied ik de ander ruimte om met zichzelf te verbinden én daarna met mij, door te vragen om een reactie. Wil de ander mijn leven verrijken door op mijn verzoek in te gaan óf heeft de ander een alternatief? Dat kan een voorstel zijn wat beter aansluit bij de behoeften van de ander.
Ingewikkeld?
Klinkt het ingewikkeld? Mijn kinderen laten me zien dat als je in verbinding bent met jezelf, het eigenlijk heel natuurlijk gaat. Mijn zoon zegt zo: “Mama, ik ga naar de speeltuin, is dat okay?”. Hij formuleert een verzoek dat past bij zijn behoefte aan autonomie en spelen en geeft mij de gelegenheid om te onderzoeken of mijn behoefte aan veiligheid nog vervuld wordt, als hij zelfstandig naar de speeltuin vertrekt. Ik kan reageren met: “Nou… Ik wil nog even de was ophangen, ik wil liever samen naar de speeltuin gaan zodat ik je kan zien spelen. Hoe is dat voor jou?”. Zijn reactie daarop kan bevestigend zijn, want samen naar buiten gaan vervult ook nog eens zijn behoefte aan liefde en gezien worden. Zijn reactie is doorgaans anders (geduld is van ons allebei niet de sterkste kant): “O nee hè? Nog langer wachten? Ik verveel me zo.” Die reactie geeft mij inzicht in hoe blij ik hem kan maken door nu wel op zijn verzoek in te gaan. Die was hang ik zo maar wat later op, want ik kan erg genieten van hem heerlijk buiten zien spelen.
Uitingen van liefde
Zeggen wat ik zélf wil, is voor mij nog wel eens ongemakkelijk. Eerder schreef ik daarover al dat het oordeel om egoïstisch gevonden te worden in mijn leven ingebakken zat en het een proces was om te zien dat zeggen wat je wilt betekent dat je verantwoordelijkheid voor jezelf neemt. Steeds vaker merk ik dat de behoefte aan duidelijkheid bij de ander vervuld wordt, als ik simpelweg zég wat ik wil. Ik voel me opgelucht als ik merk dat wat Marshall Rosenberg ontdekte, ook door mij zo ervaren wordt. Mensen worden zélf gelukkig als ze weten hoe ze het leven van een ander kunnen verrijken en vervolgens kunnen kiezen om dat te doen! Het zijn uitingen van liefde op iedere mogelijke wijze.
Kwetsbaar
“Ik wil graag buiten lunchen, gaan jullie met mij mee?”, “Ik heb zin om nog een keer te dansen, wil jij dat ook?”, “Ik ga even op mijn bed liggen om uit te rusten, is dat okay voor jullie?”. Ik voel de ruimte om een “Nee, ik vind het te koud”, of “Nee, ik ben te moe” of “Nee, ik wil liever dat je in de kamer blijft” te kunnen incasseren, want ik ben niet afhankelijk van de ander om mijn behoeften te vervullen. Het blijft wat kwetsbaar voelen nog voor mij, om te uiten wat ik werkelijk wil, om te vragen om een reactie. En toch wil ik graag emotioneel volwassen kunnen communiceren: vanuit gelijkwaardigheid.
Ik ben nieuwsgierig of er na het lezen van dit artikel bij jou een situatie op komt waarbij je gelijkwaardigheid in jullie communicatie mocht ervaren. Wil je die in een reactie op dit artikel plaatsen, ter inspiratie voor elkaar? Of wil je wellicht een situatie delen waarbij je je afvraagt hoe de behoefte aan gelijkwaardigheid meer vervuld kan worden, zodat ik met je mee kan denken?
Boekentip: Geweldloze communicatie van Marshall B. Rosenberg
Hoi Isabelle, mijn complimenten voor je artikel, ik vind het erg inspirerend.
Ik herken mezelf in jouw proces en verlangen en ik ben blij met je heldere voorbeelden. Zo simpel had ik ze nog niet bedacht.
Gelijkwaardigheid is voor mij een groot thema in mijn leven en ik ben ook bezig met de nuancering daarvan.
Ik merk ook dat de gehele verantwoordelijkheid nemen voor jezelf en de woorden die je kiest, daar een grote rol in spelen.
Een leuk voorbeeld misschien.
Je kent het vast wel. Er is een lezing en naast, voor of achter jou zijn er 2 mensen met elkaar aan het kletsen.
Voorheen zei ik in zo’n situatie: “Zouden jullie stil willen zijn.”
Dat was assertief en gaf mijn wens aan t.a.v. hun gedrag.
Het werkte meestal wel, maar wel met een onaangename sfeer.
Wat gebeurt er dan eigenlijk precies, vraag ik me nu af.
Ik denk dat die woorden die ik zei, sterk waren gevoed door een negatieve lading bij mij van binnen. Ten eerste irritatie, namelijk ZIJ kletsen er doorheen en ten tweede mijn norm, namelijk ZIJ moeten hun mond houden.
Daarnaast waren de woorden misschien wel een kloppende wens, de toon erbij was echter geen open verhaal. Ik legde mijn focus op HUN gedrag dat ik fout vind en niet op MIJN behoefte.
Nu ik dit zo besef vind ik het helemaal maf gedrag. Ik heb een behoefte en leg een ander op wat hij of zij anders dient te doen! Een wonderlijke kronkel.
Mijn negatieve lading heeft denk ik niets te maken met dat ik een rot mens ben of dat de kletsers rot mensen zijn, maar dat ik me bedreigd voel. Ik wil voor mijn eigen belang opkomen, maar voel daarin tegelijkertijd onmacht. Ik wil gehoord worden maar weet niet hoe ik dat op een goede manier kan doen; dan maar aanvallen, hoe subtiel dan ook.
Gisteren had ik deze situatie weer bij de hand.
Nu zei ik vriendelijk: “Ik zou heel graag de meneer die de lezing geeft willen horen.”
Nu deelde ik MIJN behoefte.
Ik voelde geen irritatie over hun kletsen. Wel had ik gemerkt dat ik de man bijna niet meer kon volgen door hun geklets en dat vond ik erg jammer.
Doordat mijn woorden nu alleen maar gevoed werden door mijn verlangen, namelijk ik wilde zo graag die man horen, klonk ik vriendelijk.
Mijn reactie was nu veel zuiverder kloppend bij mij.
Ook de toon waarop ik het zei was veel zuiverder en kloppende bij mij.
Ook nu hield het kletsen op, echter zonder ook maar iets aan vervelende sfeer. Na afloop had ik zelfs nog even heel leuk contact met deze mensen.
Als iemand mij vräagt..mag ik wat vragen? Dan zie ik dat niet als -onder mij staan- want ik ben tenslotte de persoon die de vraag beantwoord en het is aan mij of ik dat wil of niet. Dus mijn inziens is het juist respectvol. Als ik iemand de weg vraag bv vraag ik ook eerst of ik iets mag vragen. Komt het degene uit? Zoals veel mensen de weg vragen: Hallo waar is dit of dat, vind ik niet respectvol. Zo zie je ..ieder persoon bekijkt het anders. Vraag op de manier waar jij je goed bij voelt. De intentie wordt toch wel gevoeld. Voor mij blijft het met – mag ik- en ok voel me daardoor absoluut niet onder een ander geplaatst. Ik denk als je dat wel voelt dat het probleem diep van binnen bij jezelf zit? Zoals velen dingen afdwingen door min of meer te eisen, is een teken van innerlijke onmacht waardoor je macht over een ander wil. De ander heeft het recht om zelf te beslissen of hij antwoord of opzij gaat namelijk
Elk woord wegen voordat je iets vraagt? No way, er bestaat ook nog zoiets als spontaniteit.
Ik ben het eens met Carla wanneer ze zegt : “Het is voor jou hoe het voelt, hoe het bij je overkomt”..
Ik vind vragen in bv een supermarkt : “Pardon, mag ik er even langs”, niet van die soort dat ik mezelf onder iemand stel en meestal krijg ik een positieve reactie.
Wat moet ik dan vragen : Hee, ik wil er even langs , is dat voor jou okay??”.
Wel moeten een vriendin en ik lachen als ze vraagt of ik wat te drinken wil:”Mag ik een kopje koffie??”. NEE, zegt ze dan stelselmatig. Tja, dan vraag je erom…
Het leven is goddank niet zo zwart-wit, het is voor iedere situatie weer anders.
Daarom ben ik het ook met Carla eens, “de waarheid zit in jezelf..”.
Tijdens mijn pedagogische opleiding (al vele jaren geleden) werkten wij met de Gordon methode.
Eigenlijk is die methode ook gebaseerd op wederzijds respect. Volgens mij worden er nog steeds cursussen in gegeven…
Maar volgens mij is het vooral belangrijk dat je vanuit je hart de dingen zegt en vraagt. Dan klopt het altijd en dat voelt een ander!
Hartelijk dank voor je uitnodiging te reageren Isabella! Bij deze 🙂
Wanneer je BENT en dus niet nadenkt over hoe wel en hoe niet, ben je IN je natuurlijke ZIJN en IN verbinding met de bron.
Dan ben je automatisch gelijkwaardig in verbinding aan elkaar. Als jij gelooft dat je door Mag ik.. te vragen .. jezelf uit verbinding haalt is dat ook zo, als jij gelooft dat je dat niet doet terwijl je dat vraagt is dat ook niet zo.
Wij mensen denken te veel na over hoe het hoort, ook als je het “goed” wil doen, doe gewoon! Dan ben je in je eigen verbinding, geen goed of slecht. Zonder goed is ook geen slecht.
Wanneer je je afvraagt of je iets doet vanuit je werkelijke zijn volg de natuur, een hert zal zich nooit bedenken hoe hij het beste kan communiceren, hij communiceert gewoon, vanuit het ZIJN.
Flora en fauna zijn voor ons belangrijke spiegels, dat wordt nog wel eens vergeten.
Alle informatie uit boeken wat je “leert” is een perceptie van de auteur, geen waarheid, het is slechts een afspiegeling van zijn/haar mate van bewustzijn. Laat het je inspireren, maar de waarheid, die zit in jezelf.
Lieve groeten!
Mooi Carla, zo waar ook. Ik lees veel artikelen en merk dus precies jou punt. Je leest iets en denkt ow dat ga ik proberen waardoor alles “gemaakt”wordt in de situatie want je denkt er ontzettend over na. Nu kom ik slecht bij mijn gevoel omdat ik dus overal over nadenk en mag ik terug naar het stukje “zijn” en gewoon doen wat je op dat moment denkt dat werkt. Niet alleen artikelen maar ook mensen om je heen met goed bedoelde adviezen over hoe zij het doen is hun waarheid en hoeft niet de jouwe te zijn. De waarheid zit in jezelf…ben ik het zeker mee eens!! Groetjes
Ik ben bezig om een bedrijf op te starten waarin mensen die afstand hebben op de arbeidmarkt een plekje te bieden. Dit lijkt mij een hele goede comunicatie met deze doel groep. Om te bereiken dat ze zich weer waardig voelen in deze maatschappij.